Nog veel onduidelijkheid rondom de plannen van WBSC Europe
Op 1 oktober jongstleden publiceerde WBSC Europa het nieuws over de afgesproken plannen voor hervorming van het 60 jaar oude Europa Cup toernooi. Op de gelegenheidsfoto wordt Europees voorzitter Kruno Karin geflankeerd door de Nederlander Mark Herbold en de Duitser Juergen Elsishans en verder de Tsjech Petr Ditrich en de Italiaan Andrea Marcon. De betrokken landen zijn hier vertegenwoordigd door hun bondsvoorzitter, behalve Nederland want Herbold is afgetreden. Ditrich en Elsishans maken tevens deel uit van WBSC Europe executive board onder leiding van de Kroaat Karin. Marcon was de verliezende tegenstander van Karin bij de Europese voorzittersverkiezing en Nederland trok zich bij die uitslag geheel terug.
Reeds dezelfde dag publiceerde de Italiaanse bond FIBS hetzelfde nieuws in het Italiaans en met dezelfde foto, waarop de breedste glimlach duidelijk zichtbaar is op het gezicht van de Italiaanse bondsvoorzitter Andrea Marcon, die wel een opstekertje kon gebruiken na de vroege uitschakeling van zijn Azzurri op het EK. Bij Fastball Magazine berichtten wij ook over het (summiere) persbericht van de WBSC, net zoals baseball.it dat deed.
Wij blikken in dat artikel terug op de vorige formats van het toernooi sinds 1963 en Baseball.it beschouwt in het Italiaans terug op de vorige pogingen tot hervorming met verwijzing naar Robert Eenhoorn en Ruud van Zetten in Nederland en Martin Miller als toenmalig Europees voorzitter honkbal. Daarbij ziet schrijver Marco Micheli echter het werk door Wim van den Hurk over het hoofd, die erin slaagde meerdere betrokken clubs uit Europa op Schiphol aan tafel te krijgen. Van den Hurk werd daarna zelfs nog geinterviewd door hoofdredacteur Filippo Fantasia van website baseball.it. Alle goede plannen verdwenen echter in diepe laden van de diverse bondsbureaus.
Italiaanse clubs weigerden af te reizen
Een jaar geleden weigerden de twee Italiaanse clubs Bologna en San Marino deel te nemen aan het Europees clubtoernooi, dat dit jaar gehouden werd in Nederland. Het motief van de twee weigeraars was de hoogte van de eenmalige reiskosten naar en in Nederland, maar Parma reisde in juni wel en werd in Bussum beloond met Europees zilver achter het goud voor HCAW. Inmiddels komt het volgend Europees seizoen er alweer aan en welke Italiaanse clubs hebben zich geplaatst?
Inderdaad: Bologna en San Marino. De plannen voor 2024 zijn waarschijnlijk (omdat er nog geen format bekend is) dat Bologna en San Marino niet naar één buitenlandse bestemming moeten reizen, maar naar minstens drie. Gaan zij die reizen zelf betalen en doen zij dat met de recettes van hun thuiswedstrijden? Wil de wereldbond het amateurcontinent Europa financieel op gang helpen dankzij de Italiaan Riccardo Fraccari als WBSC-voorzitter en zijn penningmeester uit San Marino? Waarom slechts vier gespecificeerde landen wel en bij voorbeeld de twee recente EK-finalisten Spanje en Groot-Brittannie niet?
Allemaal vragen, die opgeworpen worden door het summier verslag van de Europese topconferentie van het vorig weekend. Voornoemde journalist Micheli richt zijn complimenten aan “Presidente Fraccari”, dus misschien weet hij al meer via de vele Italiaanse medewerkers van de wereldbond WBSC.
Ruud van Zetten
Ruud van Zetten ontvangt Johan Cruyff bij halve finale EK 2007 in Barcelona:
Spanje – Nederland. Foto: Ruud van Zetten
Ex-KNBSB-voorzitter Ruud van Zetten herinnert zich de inspanningen van Robert Eenhoorn en Wim van den Hurk toendertijd nog goed: “Wat ik me herinner is dat de top in Europa dacht, dat Nederland deze competitie zou gaan oppakken en daardoor te veel macht zou krijgen. De voorwaarden om het te ontwikkelen werden niet door de Europese landen overgenomen. Na Eenhoorn heeft ook Wim van den Hurk een soortgelijk plan geintroduceerd met een liga buiten de WBSC om. Dat plan werd tegen gehouden door de toenmalige CEB. Doordat bovendien Van den Hurk de financiele onderbouwing niet kon aanbrengen, mislukte zijn plan!”
Dat dit al het derde plan is in 10 tot 15 jaar ziet van Zetten niet echt als een probleem. “Het plan geeft in ieder geval de topclubs in Europa de mogelijkheid om steeds meer betere spelers aan zich te binden. Het kost de deelnemende clubs veel geld om in het buitenland te gaan spelen. Ik lees nergens dat er startgeld geboden wordt aan de deelnemende clubs, die bij eventuele winst steeds meer kunnen verdienen. Vaste speeldagen zijn wel een vereiste in het drukke internationale schema. Dat gaat helaas ten koste van de binnenlandse competities, zeker als er misschien nog meer buitenlandse clubs gaan meedoen.”
De oud-bondsvoorzitter moedigt dit soort initiatieven toch wel aan. “Ieder initiatief is fantastisch, maar helaas lijkt het Europese publiek met belangstelling beperkt. Bij elkaar hebben we maar 50.000 honkballers en 40.000 softbalsters actief in Europa, hetgeen een onvoldoende bron betekent. Als er echter betaald gaat worden aan deelnemende clubs, ja dan moet je eens kijken wat er gaat gebeuren! Ik weet niet of daar nu al aan wordt gedacht of in de nabije toekomst. Zo ja, dan leidt dat tot betaling aan spelers, die met premies worden gelokt. Anders is er niets nieuws anders dan de benaming!”