Sebastiano Poma uitgetikt voor de thuisplaat door Harry Ford. Foto: Corrado Benedetti/Duck Foto Press
Voor de eerste keer ooit moet Italië strijden in de degradatiepoule om de plaatsen 9 tot en met 16 en dat begint donderdag om 12 uur wederom in Trebic. DISASTRO! Zo concludeert de senior journalist Stefano Arcobelli in zijn artikel in La Gazzetta dello Sport na afloop van de tweede nederlaag van Italie in poule B van het Europees Kampioenschap.
Zaterdag had hij in zijn voorbeschouwing in die krant nog geschreven over de Italiaanse honger naar goud. Daarvan moeten de Italianen nog langer blijven dromen, want drie wedstrijden later zijn de Azzurri al uitgeschakeld. Een verwachte overwinning tegen Hongarije werd gerealiseerd (15-2), maar de verwachte winst op Zweden werd door de Vikings maandag afgeslagen door onder meer een cruciale grandslam homerun, die de tussenstand van 3-0 optilde naar 7-0 halverwege het duel.
Ondanks dat de Italianen twee innings langer de tijd hadden dan zij in eigen land gewend zijn, konden ze de achterstand niet meer goed maken. In 9 innings verloren de Azzurri met 8-3 van de Zweden en daarom moesten zij dinsdagavond absoluut ruim winnen van Groot-Brittannie.
De beslissing
Die beslissingswedstrijd kreeg een spectaculair scoreverloop. Het eerste verschil na een volledige inning deed zich voor bij het begin van de vierde: 5-4 voor Italië. in de vierde inning breidde de azzurri die voorsprong uit naar 7-4 en de weg naar het nodig geschatte saldo van 5 runs lag open. De Britten sloegen echter in de vijfde inning een bres van 2 runs in hun voordeel: 7-9.
In de zevende inning scoorden beide ploegen 1 run: 8-10. Wat achteraf beslissend werd, was de zogenaamde insurance run van de Britten in de top van de negende inning: 8-11. De wanhoopsaanval van de Azzurri in de bottom van die negende inning leverde nog wel de “aansluitingstreffer” op: 10-11.
Toen echter de homerun king Robel Garcia bij 2 man uit en met lopers op de honken de reddende engel moest worden voor de Italianen, ging hij na 4 pitches uit op 3 slag. Einde inning, einde wedstrijd, einde round-robin, geen kwartfinale. Wat een welkome rustdag voor de pitchers en de pijntjes had moeten worden in de voorbereiding onderweg naar het door de sportkrant gedroomde goud, wordt nu anderhalf etmaal worstelen voor coaches en spelers om het vizier bij te stellen.
Ontmoeting
Maandag sprak MLB senior vice president international development Jim Small nog met Italiaanse officials Andrea Marcon (bondsvoorzitter) en Mike Piazza (bondscoach) over de honkbalontwikkelingen in Italië en Europa. Die maandag en dinsdag bleek echter dat de Italiaanse inzichten in Europa niet hielpen op het veld.
Italiaans honkbal is wereldkampioen buiten het veld dankzij wijlen Aldo Notari en de huidige wereldbondvoorzitter Riccardo Fraccari. Zij waren beide bondsvoorzitter van Italië en werden succesvol als internationaal voorzitter. De een in de 20ste eeuw en de ander in de huidige eeuw. Samen hebben zij ongeveer 30 jaar de voorzittershamer gehanteerd van eerst de IBAF en later de WBSC.
In hun eigen land heeft het honkbal echter niet kunnen groeien in kwaliteit en kwantiteit, ondanks de gunstige omstandigheden zoals het weer en een overheid die sportprestaties hartstochtelijk stimuleert. De echte internationale successen in het honkbal blijven beperkt tot tien, over 70 jaar verspreide ,Europese titels tussen de 24 verzameld door het veel kleinere Nederland.
Het laatste continentaal kampioenschap van Italie dateert van 2012, nota bene in Rotterdam. Sinds gisteravond riskeert Italië bovendien de twaalfde plaats op de wereldranglijst te verliezen en daarmee deelname aan de Premier 12.
Oriundo's en Italianen
Van de dertien tot nu toe bij dit EK ingezette positiespelers zijn er acht geboren en getogen Italianen. De overigen zijn oriundo’s: buitenlanders, die vanwege ouders of grootouders ook een Italiaans paspoort konden aanvragen. De twee homeruns van Italie werden geslagen door de oriundo Robel Garcia. Vier van de vijf oriundo’s kregen 12 of 13 slagbeurten, maar een van hen slechts 3.
Drie van de vier “buitenlandse Italianen” kwamen tot een slaggemiddelde boven de .300: Nathan Batista .385, Vito Friscia en Robel Garcia .333, maar de vierde is Ricardo Paolini met slechts .231. Wat deden de “echte” Italianen? Zij kwamen gemiddeld minder aan slag, maar bereikten wel vergelijkbare gemiddelden:
Giulio Monello en Sebastiano Poma .429 uit 7 beurten; Mattia Mercuri .286 uit 7; Federico Celli .231 uit 13 en de geblesseerde Alberto Mineo .200 uit 5 beurten.
Van de 11 ingezette pitchers van Italie zijn er twee in het buitenland geboren: Michele Vassalotti en Nick Davis. De overigen speelden het afgelopen seizoen in de Serie A. Tezamen gooiden zij in 24 innings 36 maal 3 slag, hetgeen relatief veel is voor Italiaanse pitchers. De enige winnende werper was Mattia Aldegheri, die in zijn 2.0 innings 3 maal 3 slag gooide.
Verliezende werpers waren Gabriele Quattrini (3.1 innings met 2 maal 3 slag) en Alex Bassani (2.1 innings met 3 maal 3 slag). Zes maal 3 slag gooiden Maurizio Andretta (2.1 innings), Michele Vassalotti (2.2 innings) en Matteo Bocchi (4.0 innings). De onfortuinlijke Under23 pitcher Mattia Sireus was gisteravond aan een sterke beurt begonnen (1.1 inning met 3 maal 3 slag), toen hij getroffen werd door een geslagen bal en de heuvel moest verlaten. Het bleek het keerpunt in het scoreverloop van voordeel Italië naar voordeel Groot-Brittannie.
President van de Italiaanse Honkbalbond Andrea Macron (Links) sprak voorafgaand aan de wedstrijd met Zweden met de Vice President van International Development van de MLB, Jim Small (midden). Bij dat gesprek voegde zich ook nog de bondscpach Mike Piazza (rechts). Foto: Corrado Benedetti/Duck Foto Press